|
|
Nieuw begin?
Nieuw begin?
Met Oud en Nieuw zo vlak voor de deur kom ik altijd in een wat mijmerende stemming. Want, of je er iets aan doet of niet, een jaarwisseling doet jou iets. Je kijkt achterom, en je kijkt vooruit. En dat alleen al kan veel met je doen.
En dan zijn er natuurlijk die onvermijdelijke ‘goede voornemens’. Misschien dat u ze ieder jaar weer maakt. Het kan ook zijn dat u er al lang niet meer aan begint. Wetende hoe snel het gewone leven zijn loop weer neemt en hoe naïef goede voornemens er dan opeens uit kunnen zien. Je neemt al het oude toch immers gewoon met je mee!
Als je dat bedenkt, dan ga je opeens begrijpen waarom sommige tradities daar andere vormen voor aanreiken. De joodse traditie bijvoorbeeld. De joodse gemeenschap noemt de dagen die volgen op het ingaan van het nieuwe jaar ‘geduchte dagen’. ‘Geduchte dagen’, omdat het weten van nieuwe kansen ook het besef met zich meebrengt van eigen fouten, van eigen beperktheid. Dagen van inkeer zijn het, die uitlopen op Grote Verzoendag, de dag waarop een mens toegroeit naar de moed om het nu ook hardop te zeggen: dat je fout was, dat je de ander onrecht deed. Opdat het niet maar met je mee blijft gaan, dat hele jaar opnieuw.
Ook de moslims kennen zo’n periode bij het ingaan van het nieuwe jaar. Na hun periode van inkeer, de Ramadan, vieren ze het nieuwe jaar: het feest van Idul Fitri. En dat begint met bezoeken aan familie, aan buren en vrienden om, ja, om vergeving te vragen voor alles wat is misgegaan. In islamitische landen staan in die periode de kranten vol met advertenties waarin mensen, waarin ook bedrijven excuses aanbieden voor wat ze bewust en onbewust fout hebben gedaan.
Waarom vertel ik dit? Niet om te zeggen: dat zouden we nu allemaal moeten gaan doen. Zo eenvoudig ligt dat natuurlijk niet.
Maar wel bedenk je dan opeens dat ‘onze goede voornemens’ in de verte misschien nog wel een herinnering zijn aan datzelfde. Aan het besef dat de dingen niet zo maar anders worden omdat de klok verspringt, omdat het jaar wisselt. Dat een nieuw begin niet kan zonder dat het oude wordt aangepakt.
En daaronder zit, denk ik, nog iets anders. Een diep besef bij mensen hoe moeilijk het is om het echt te zeggen, hardop, tegen de ander: ik was fout, ik heb je pijn gedaan, ik heb je onrecht gedaan.
Juist omdat dat zo moeilijk is, zijn er die eeuwenoude geloofstradities die daar vormen voor aanreiken. Vormen waar je als het ware vanzelf tegenaan loopt als je de dagen leeft en telt in die oude stroom.
Wat kun je getroffen worden door iemand die het kan. Zeggen: ik was fout, toen, ik schaam me er voor. Zoals één van mijn leermeesters, professor Heering, dat deed. Vijfentachtig was hij. Terugkijkend op zijn leven, met name op de jaren van de oorlog, wees hij aan wat hij tot op vandaag ziet als een diepe, existentiële schuld.
Ik word daar door getroffen. En ik neem dat maar eens mee, bij het ingaan van nieuwe jaar. Niet om het zwaar te maken. Integendeel, omdat ik geloof dat het alleen zo nieuw kan zijn.
ds. Reinier Beltman
| terug
|
|
|
|
|
|