|
|
Het goede leven
Het goede leven
Is het leven goed?
Hoe kun je dat zeggen als je weet hoeveel ellende er is! Hoe pijnlijk het is dat velen zich in deze tijd geïsoleerd voelen, fysieke nabijheid van anderen missen, wij heel simpel nog steeds geen koffie kunnen drinken met elkaar na de kerkdienst, afstand houden van elkaar en angstvallig de berichten en cijfers over de verspreiding van het virus volgen.
Toen we nog niet van corona en lockdown wisten, was toen het leven goed? Met alle verdriet en pijn en gemis in je eigen leven, met alle oorlog en honger en gebrek in de wereld?
De landelijke Protestantse Kerk heeft als jaarthema voor de komende periode gekozen “Het goede leven - Leven in het perspectief van Gods licht”. Het zou over dit thema moeten gaan op de startzondag en in het nieuwe kerkelijke seizoen. Een startzondag hebben we niet. Laten we eerlijk zijn, er start niet zo veel. We zijn al blij als we een kerkdienst kunnen houden. Maar ach, hoe belangrijk is een startzondag? Het kerkelijke ritme wordt niet bepaald door de seizoenen, maar door de kerkelijke feesten en gedenkdagen. Die blijven we vieren desnoods in onze binnenkamer bij computerscherm of televisie, hoezeer dat ook behelpen is.
Geen startzondag dus. Wel aandacht voor het thema dat wordt ons aangereikt. Hoe kunnen we spreken over het goede leven? Wat bedoelen we dan met “goed”?
Wanneer is het leven goed? “En God zag dat het goed was” lezen we in het Scheppingsverhaal in Genesis 1. Het Hebreeuwse woord in de oorspronkelijke tekst kennen wij als het woordje “tof”, Dat is een veelomvattend woord. Er zit iets in van mooi, van volmaakt, van rechtschapen, maar ook van fijn en geweldig, om van te genieten. Zo is Gods schepping bedoeld, tof.
Dat er heel veel niet strookt met dat tof, dat er kwaad is en dat mensen vaak niet het goede doen, weten we uit ervaring en vertellen de verhalen in de bijbel overduidelijk. Wat ons te midden van het kwaad, dat wat ons overkomt en dat wat we zelf doen, overeind houdt, is de goedheid van Gód. Gods goedheid houdt ons staande (Ps.107:1). Gods goedheid maakt dat het leven ten diepste goed is. Niet in de zin van succesvol of moreel goed, maar je leven – met alle vreugde en verdriet – wordt in het licht gezet van Gods vergeving en genade. Het licht van God beschijnt jouw leven.
Ik vind het een lastig thema, “het goede leven” … het vraagt om tegenspraak en overdenking en gesprek – en is in die zin dus een prima thema voor een gespreksdienst of groep en voor een startzondag!
Het leven is geen feest, en het goede leven is niet “met een goed glas wijn in de avondzon”, hoewel zo’n moment heerlijk is. Het is niet “alles uit het leven halen wat er in zit” en zo letterlijk de aarde óp gebruiken. Tegelijk is het leven een kostbaar goed en heel kwetsbaar. De theoloog en ethicus Theo Boer zegt op de website van de PKN: “Een eeuw terug stierf een zusje van mijn moeder aan de Spaanse griep. Ikzelf ben vernoemd naar een broertje van mijn vader dat stierf aan een niet-behandelbare ziekte. Mijn ouders maakten de hongerwinter mee. Het besef dat het leven een kostbaar goed is, heeft hen gevormd. Wat ik hoop te leren van deze crisis is om het leven te vieren, klappen te incasseren, en me te realiseren hoe bijzonder het is om te leven”.
Een lied dat steeds door mij heen zingt, terwijl ik hierover nadenk, is lied 978 en daarvan vooral vers 4:
Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.
Een bede is het om met open ogen en open oren door de wereld te gaan en tekenen op te vangen van wat boven ons uitreikt, van de Eeuwige.
Ik heb alleen wat moeite met die laatste twee regels, ik vind het te makkelijk en te snel om het aardse leven in het licht van de hemel ‘goed’ te noemen.
Als je met open zintuigen door de wereld gaat, zul je zeker ook een hoop verdriet zien en meemaken. Dan kijk je niet voorbij aan de verscheurdheid en de verscheurdheid gaat ook aan jou niet voorbij.
In al die moeilijke dingen proberen om open te blijven staan voor tekenen van hoop, veerkracht, solidariteit, de moed om het uit te houden, midden in de verscheurdheid – daar gaat het denk ik om! Gods goedheid is het die ons daarbij helpt.
De bloemen rond het open graf (vers 2) zijn een prachtig symbool daarvoor.
Iemand kwam eens met een alternatief voor het slot van dat vierde couplet.
Zonder de pretentie te hebben de dichter Jan Wit te corrigeren geef ik het hier door. Zó spreekt het mij persoonlijk meer aan:
Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan weet ik mij door licht begroet,
uw vrede komt ons tegemoet.
ds. Stella Muns
| terug
|
|
|
|
|
|