|
|
Allerheiligen
Allerheiligen
Het nieuwe liedboek heeft een rubriek ‘Allerheiligen’. Een bijzondere keuze van de samenstellers van het liedboek, deze titel. Protestanten vereren geen heiligen (zie ook mijn overdenking van twee maanden geleden), maar gedenken wel overledenen! Dat gebeurt steeds meer rond 1 en 2 november, ‘Allerheiligen en Allerzielen’, een zeer oude traditie. Mooi dat ook de gemeente van de Graankorrel zich in deze traditie heeft gevoegd.
Het is allang niet meer een binnenkerkelijke gewoonte om in deze periode van het jaar te gedenken. Uitvaartondernemers, beheerders van begraafplaatsen, verpleeghuizen, zelfs bibliotheken, allerlei instanties organiseren bijeenkomsten om de overledenen van het afgelopen jaar te gedenken. Zo wordt ook dit jaar weer in de Meenthof een tent neergezet op zaterdag 3 november waar mensen een kaarsje kunnen aansteken voor een overledene, of voor anderen aan wie ze denken en met wie ze verbonden zijn. Een mooi initiatief van de Graankorrel, de St. Antoniusparochie en de Oecumenische Streekgemeente. Het blijkt een aansprekend ritueel te zijn.
Veel oude rouwrituelen zijn verdwenen, maar gelukkig komen er weer nieuwe. Wij mensen kunnen niet zonder gebaren die iets uitdrukken waar woorden tekort schieten. Rouw en verdriet hebben ruimte nodig en plekken en gebaren om er uiting aan te geven, die geven als het ware een bedding waarbinnen het verdriet kan stromen.
Tegelijk is het belangrijk te bedenken dat ieder mens anders rouwt. De Belgische psychotherapeut Manu Keirse heeft een boek geschreven met de titel ‘Vingerafdruk van verdriet’. Hij is een veelgevraagd spreker over dit onderwerp en benadrukt dat ieder mens zijn of haar eigen manier van rouwen heeft en dat daar geen regels voor zijn. Zoals iedere vingerafdruk uniek is, zo is de manier van rouwen van ieder mens uniek.
Hij omschrijft rouwen als een proces dat zich voltrekt in golven. Het verdriet is soms enorm, en dan weer wat minder. Eerst in vele hoge golven achter elkaar, later met meer vlakke stukken, met op onverwachte momenten een tsunami van verdriet of andere rouwgevoelens.
Rouwen doen we niet alleen na verlies van een geliefde, ook ander verlies brengt rouw met zich mee, zoals verlies van werk, gezondheid, woning. Er komt gelukkig vaak iets nieuws voor in de plaats, maar dat neemt de gevoelens van verdriet om wat verloren is niet weg.
De gemeente van Christus mag daar mede een bedding aan geven, mag een heilige ruimte zijn, een schuilplaats waar rituelen zijn, waar gebeden en gezongen wordt, waar stilte is en woorden klinken van troost.
Wij gedenken de ‘heiligen ons voorgegaan’ (vgl. lied 728) op zondag 4 november a.s. en noemen dan de namen van de overledenen uit onze gemeente van het afgelopen jaar. Maar niet alleen aan hen denken we, er is ruimte voor ieder om stil te staan bij wie je mist, ook als dat al heel lang is! Natuurlijk wordt ook onze dierbare overleden ds. Reinier Beltman genoemd. Wat fijn dat de Graankorrel een website heeft, waar overdenkingen van de afgelopen jaren op staan. Zo vond ik een overdenking van zijn hand over verdriet en citeer daaruit het volgende:
Ik ervaar dat de gemeente ondertussen de plek en de gemeenschap kan zijn waar je je voor je tranen niet hoeft te schamen, waar ruimte kan zijn voor je verdriet, en waar geen te snelle en te goedkope troost wordt bedreven. Dat is op zichzelf al een geweldige troost. En tegelijk is de gemeente de plaats waar het verhaal verteld blijft worden over die Mens van Smarten, over die tranen die afgewist zullen worden. De gemeente is de plaats waar dat visioen wordt vast- en levend gehouden – in liederen en gebeden.
In zo’n gemeente is het al een beetje hemel op aarde. In zo’n gemeente zul je opstaan en lachen en juichen en leven, omdat daar Gods eigen glimlach over jouw bestaan ligt. In zo’n gemeente word je gedragen door Gods zegen, omdat de gezegenden daar jou tot zegen zijn.
Aldus ds. Beltman – zijn gedachtenis zij ons tot zegen.
ds. Stella Muns
| terug
|
|
|
|
|
|