|
|
Vergadering 13-04-22
Vergadering 13-04-22
De vergadering van 13 april wordt geopend door Otto; hij heet de aanwezigen hartelijk welkom.
- Het punt ‘corona-maatregelen’ wordt toegevoegd aan de agenda en meteen behandeld. Besloten wordt om m.i.v. zondag 17 april de stoelen voorin de kerk terug te zetten naar ‘normaal’. Achterin de kerk zullen nog twee rijen stoelen op afstand blijven staan. Ook in de wijkzaal zullen de stoelen worden teruggezet. De collectes blijven op verzoek van de diakenen voorlopig na afloop van de dienst plaats vinden, maar wel buiten (omdat het anders in de hal van de kerk te druk wordt). De ramen in de kerkzaal blijven in ieder geval de komende zomermaanden open tijdens de dienst en ook in het Honk zal geventileerd worden tijdens het koffiedrinken.
- Er volgt een terugblik op de diensten van de afgelopen weken en een vooruitblik op de diensten in de komende tijd. Ds. van Katwijk van Nederhorst den Berg heeft het initiatief genomen om weer een gezamenlijke dienst te organiseren op Hemelvaartsdag; nadere informatie hierover volgt.
- De gesprekken over de toekomst van ‘de Graankorrel’ zijn in een verkennende fase, wij worden hierin bijgestaan door de heer Jan Boer, kerkelijk gemeenteadviseur.
- Tine Gardenier geeft namens de diaconie een toelichting op de cijfers. De spaardoosjes kunnen (gevuld) weer worden ingeleverd. De opbrengst is voor Noodhulp Oekraïne.
- De kerkrentmeesters zullen op 3 mei de gemeenteavond verzorgen met een drankje en hapje na het officiële gedeelte. Jan Addink geeft uitleg over de financiën van de kerk.
- Namens PioWij meldt Elly Verbruggen dat één van de pioniers van het eerste uur, na een ziekbed, is overleden. Een groot gemis! Jan van Veldhuizen zal een aantal taken overnemen m.b.t. de website van PioWij. Verder komen er binnenkort nog twee nieuwe medewerkers bij. Er is een ontwikkelverslag geschreven en dit is o.a. naar de diaconie gestuurd.
- De datum van de volgende kerkenraadsvergadering is gepland op woensdag 1 juni om 19.30 uur.
Otto sluit de vergadering met een gedicht van Rutger Kopland.
Jantie de Vries, scriba
| terug
|
|
|
|
|
|